Christelijke vereniging voor goed kerkelijk jeugdwerk

Iedereen die in de gemeente met kinderen, tieners en jongeren werkt, weet ervan: er zijn er die op een betrokken manier meedoen, maar ook die dat niet doen. Dat is niks nieuws, dat is altijd al zo geweest. Toch denken we dat we dat niet als een gegeven moeten accepteren. Het is nodig dat de gemeente (en dat de HGJB) méér investeert in de actieve betrokkenheid van jongeren op het geloof en de kerk – óók van jongeren die nog redelijk meedoen. Deze gedachte is daarom één van de uitgangspunten in het HGJB-beleidsplan 2019-2023 ‘Kom dichterbij!’, dat gepresenteerd is op de Algemene Ledenvergadering.

 

Er is een tijd geweest dat de gewone kerkelijke verbanden sterk genoeg waren om ook de minder betrokken tieners en jongeren erbij te houden. Vaak is dat gelukkig nog steeds zo: op catechisatie lijkt het ze weliswaar totaal niet te interesseren, maar ze zijn er nog! En wie weet, slaat de vonk nog een keer over. Toch zou het kortzichtig zijn om hier al te optimistisch over te zijn. De tijden zijn veranderd! De kans dat de ongeïnteresseerde van nu de afhaker van morgen is, neemt alleen maar toe! ‘Participatie’ is daarom één van de sleutelwoorden in het beleidsplan ‘Kom dichterbij!’

Tegelijkertijd willen we in de oproep om dichterbij te komen ook het ‘tegenover’ van het evangelie laten klinken. ‘Kom dichterbij!’ is niet alleen een uitnodiging, het is ook een gezaghebbend appel. Het onderzoek Growing Young (Baker Books, 2016) laat zien dat je jongeren niet trekt met een ‘tamme versie van het geloof’, waarin het vooral draait om ‘het leuk hebben’ en je ‘prettig voelen’. Integendeel: ’Tieners en jongeren lopen niet weg van een evangelie dat moeilijke dingen van hen vraagt. Ze komen er juist op af.’ (p. 143). Daarom zijn ook ‘focus op Jezus’, ‘Bijbel’ en ‘gezag’ sleutelwoorden in ons nieuwe beleidsplan.

Hieronder zullen we kort iets vertellen over een aantal speerpunten die hieruit voortkomen als het gaat om de drie belangrijkste (f)actoren in het jeugdwerk: 1. het evangelie, 2. de jongeren, en 3. de leidinggevenden.

 

Evangelie

Het is belangrijk om jongeren het evangelie op een aansprekende, maar ook appellerende manier voor te houden. Het is maar geen zoethoudertje, maar een gezaghebbend woord (vgl. Luk. 4:32). Zitten jongeren daarop te wachten? Nee, maar toch ook weer wel: het geeft houvast in een voor hen zeer verwarrende en veeleisende tijd. Waar kun je nog van op aan? Van het evangelie!

Dat gezag moet jongeren ondertussen niet op een abstracte manier voorgehouden worden.  Jongeren moeten ervaren: de Bijbel is niet alleen (objectief) een verhaal over Gods geschiedenis met mensen, het gaat ook (subjectief) over Gods verhaal met mij! Alleen dán zit er uitdaging in! Ze zijn geen toeschouwers van wat God in de Bijbel zegt, maar deelnemers – in positieve of negatieve zin.

Specifieke aandacht moet hierbij besteed worden aan ‘het gezag van de Bijbel’ – ook weer niet in abstracte zin, maar persoonlijk. De SOLVAT-methode, die stimuleert om de Bijbel persoonlijk, actief en zelfstandig te lezen, sluit helemaal aan bij de gedachte dat jij deel uitmaakt van wat God in de Bijbel wil zeggen. In de komende beleidsperiode willen we hier een nieuwe impuls aan geven.

 

Jongeren

Het appel van het evangelie betekent dus een oproep om dichterbij te komen en (meer betrokken) mee te doen. We denken dat we dit scherper in onze activiteiten en materialen kunnen laten uitkomen. Dat kan door jongeren actiever erbij te betrekken en hen daarin serieuzer te nemen. Het moet niet mogelijk zijn dat ze ongeïnteresseerd en passief een programma ‘ondergaan’. Als het ze niet interesseert of als ze het niet geloven, moeten we hen uitdagen en de ruimte geven om daarover iets te zeggen, zonder dat ze daarbij het gevoel krijgen er niet echt bij te horen. Hun eventuele desinteresse wordt dan niet genegeerd, maar juist serieus genomen.

Verder is het belangrijk om kinderen, tieners en jongeren uit te dagen om zich meer (mede) verantwoordelijk te voelen – voor (de inhoud van) het programma, voor elkaar en misschien ook wel voor hun eigen zaligheid. Natuurlijk moet de verantwoordelijkheid passen bij hun draagkracht, maar mogelijk denken we daarover te beperkt. We beseffen dat dit een lastig onderwerp is (‘Dat gaat bij ons echt niet werken’), daarom willen we er ook met zorg en voorzichtigheid mee bezig gaan.

Ten slotte noemen we hier diaconaat. Ook daaraan willen we een nieuwe impuls geven. Diaconaat wordt nog teveel gezien als iets wat je er in het jeugdwerk eventueel ‘bij kunt doen’. Vergeten wordt dan dat geloven niet alleen iets is voor in je hoofd of je hart, maar ook een kwestie van doen. Als we in jeugdwerk en catechese het geloof ‘oefenen’, hoort diaconaat daar dus helemaal bij.

 

Leidinggevenden

Bovenstaande vraagt een en ander van leidinggevenden: deskundigheid en hart voor jongeren, maar in de eerste plaats toewijding aan het evangelie. Het gevaar is niet denkbeeldig dat het jeugdwerk vooral ‘leuk’ en ‘gezellig’ moet zijn en dat het ondertussen steeds minder over Jezus gaat. Leidinggeven doe je daarom in de spanning tussen ‘dichtbij’ en ‘tegenover’. Je bent maar geen vriendje van de tieners, maar durft zo nodig ook richting te geven. Hoe je dat doet en hoe je elkaar als leidinggevenden daarbij helpt, daarover kan meer gesproken worden.

Download de publieksversie of de uitgebreide versie van het beleidsplan. Liever een papieren exemplaar ontvangen? Vraag deze aan per e-mail.